Op woensdag 8 oktober 2025 organiseerde de NRTO het tweede werkbezoek in het kader van de pilot microcredentials bij Innovam, de grootste opleider in de mobiliteitssector. In deze pilot onderzoeken private opleiders de meerwaarde en toepasbaarheid van microcredentials, en bespreken zij de bevindingen met het ministerie van OCW. Aan het werkbezoek namen vertegenwoordigers deel van het ministerie van OCW, VNO-NCW, ROVC, Innovam en Wateropleidingen. Het bezoek leverde waardevolle inzichten op voor de verdere uitwerking van de pilot microcredentials.
Vertrouwen en transparantie als kern
Tijdens het bezoek stond de vraag centraal waar een microcredential voor staat. Het ‘hoe en wat’ van microcredentials wordt vaak besproken. De Europese aanbeveling definieert microcredentials als het bewijs van de leerresultaten die een lerende heeft behaald na een klein leervolume. Hierbij wordt het ‘waarom’ echter vaak overgeslagen.
Vanuit de analogie “een microcredential is als een voedseletiket” werd het gesprek gevoerd over the why van dit instrument: vertrouwen door arbeidsmarktrelevantie, zichtbaarheid en transparantie. Een microcredential maakt zichtbaar wat iemand beheerst, op welk niveau dat is vastgesteld, en hoe dat is getoetst. Het beleid rondom etikettering zorgt ervoor dat de informatie transparant, eenduidig en betrouwbaar is. Dat maakt het mogelijk om verschillende producten met elkaar te vergelijken en samen te voegen.
Microcredentials zijn de gestandaardiseerde etiketten van het onderwijs, waarmee arbeidsmarktrelevante vaardigheden en kennis transparant, betrouwbaar en overdraagbaar worden gemaakt in een stelsel van Leven Lang Ontwikkelen.
De rol van examinering
Een belangrijk inzicht uit het werkbezoek was dat valide en betrouwbare examinering de sleutel vormt tot vertrouwen. Het examenproces is het objectieve ankerpunt dat aantoont dat iemand de beschreven leeruitkomsten daadwerkelijk beheerst. Daarmee ligt de nadruk niet op het onderwijsproces zelf, maar op de betrouwbaarheid van de toetsing en validatie. Dat vraagt om uniforme definities, duidelijke kaders en eenduidigheid van vertrek tussen publieke en private opleiders.
Bouwstenen voor een duurzame borging van microcredentials
De verdere ontwikkeling van microcredentials vraagt om duidelijke afspraken over rollen, verantwoordelijkheden en de verhouding tussen publieke en private partijen. Centraal staat de vraag wie de transparantie bewaakt, en hoe dit het beste kan worden georganiseerd.
Het Nationaal Coördinatiepunt NLQF (NCP) kan daarbij een sleutelrol vervullen. Het NCP biedt immers al een helder en gezamenlijk kader voor het inschalen van leerresultaten. Het verder uitbouwen van dit kader t.b.v. de verstrekking van microcredentials lijkt hiermee een logische stap. Daardoor wordt voor werkgevers en werknemers in een oogopslag wat het niveau, omvang en inhoud is van een microcredentials. Die transparantie is essentieel om te voorkomen dat microcredentials aan betekenis verliezen door onduidelijkheid over omvang, niveau of inhoud.
Het ligt voor de hand om te streven naar één samenhangend en proportioneel kader waarin publieke instrumenten, zoals het NLQF, en private borgingssystemen, zoals het NRTO-keurmerk, op elkaar aansluiten en elkaar versterken. Op die manier kan een transparant en betrouwbaar stelsel ontstaan dat het vertrouwen van lerenden, werkgevers en opleiders bevordert, ruimte biedt voor innovatie en bijdraagt aan een duurzame inbedding van microcredentials binnen het Nederlandse stelsel voor leven lang ontwikkelen.
De NRTO kijkt met trots terug op een succesvolle bijeenkomst vol energie en gezamenlijke ambitie – een waardevolle stap in de ontwikkeling van microcredentials als krachtig instrument voor een leven lang ontwikkelen. Meer weten over de pilot microcredentials, neem contact op met Bozena van Trigt, senior beleidsadviseur bozenavantrigt@nrto.nl
