Prinsjesdag 2025 kenmerkt zich door beleidsarme begrotingen. Dat is logisch met een demissionair kabinet en verkiezingen in aantocht.
Op gebied van leren en ontwikkelen zijn er toch een aantal punten die wij graag onder uw aandacht brengen. Een aantal aanknopingspunten die raken aan de praktijk van private opleiders: van Leven Lang Ontwikkelen en leerrechten tot investeringen in vaardigheden, aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en kansengelijkheid. Dit is veelal een beschrijving van bestaand of ingezet beleid in de stukken van het kabinet.
De beleidsadviseurs van de NRTO hebben deze begrotingen meteen bekeken. Ik nodig u van harte uit deze samenvatting van relevante onderwerpen te lezen. We hebben dit document ingedeeld met een korte inleiding op hoofdlijnen en vervolgens treft u een uitgebreidere toelichting volgens thema’s en onderwijsaanbod. De thema’s die u hieronder vindt zijn: leerrechten, arbeidsmarktinfrastructuur, LLO, VO, MBO, HO, ZZP, inburgering, kraptesectoren.
Heeft u vragen, schroom dan niet om met de beleidsadviseurs contact op te nemen. We helpen u graag.
Met vriendelijke groet,
Ciel Stevens
Directeur NRTO
Inleiding
De analyse van Prinsjesdag 2025 laat zien dat het kabinet – ondanks beperkte beleidsruimte door de demissionaire status – maatregelen continueert of neemt die relevant zijn voor private opleiders:
- Leven Lang Ontwikkelen (LLO): bestaande regelingen zoals de SLIM-regeling en het MIP/Expeditieprogramma worden voortgezet en uitgebreid. Het MDIEU-budget voor sectorale scholings- en inzetbaarheidsplannen loopt door tot 2028. Nieuw beleid richt zich op een verkenning naar individuele leerrechten via leerrekeningen, als mogelijke opvolger van het stopgezette STAP-budget (oplevering verkenning voorzien voor eind 2026).
- Arbeidsmarktinfrastructuur: per juli 2026 start de nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur en komen er in de 35 arbeidsmarktregio’s regionale loketten. De NRTO neemt deel in het Landelijk Beraad en benadrukt de noodzaak van structurele vertegenwoordiging van private opleiders.
- Voortgezet onderwijs (VO): focus op basisvaardigheden, kansengelijkheid en maatwerk. Het terugdraaien van de bezuiniging op de onderwijskansenregeling biedt ruimte voor aanvullende trajecten, zoals huiswerkbegeleiding.
- Middelbaar beroepsonderwijs (MBO): er wordt gewerkt aan versterking van de BBL, uitvoering van het Stagepact en betere aansluiting van onderwijs- en arbeidsmarkt. Praktijkleren in de derde leerweg blijft ondersteund via subsidies.
- Hoger onderwijs (HO): forse bezuinigingen door demografische krimp en beperking van internationale instroom voor het bekostigd onderwijs. Tegelijk investeert OCW in duale opleidingen en tekortsectoren. De reeds ingezette LLO-katalysator (€ 392 mln.) geeft een impuls aan bij- en omscholingsaanbod, met betrokkenheid van private opleiders. [De NRTO is in gesprek om deze betrokkenheid te verhogen].
- NLQF: de Wet NLQF is per januari 2025 in werking getreden. Dit raamwerk biedt private opleiders de kans hun non-formele opleidingen op niveau te laten inschalen en daarmee te positioneren.
- Kraptesectoren: extra middelen worden ingezet voor scholing en omscholing in zorg, techniek, digitalisering en groene banen.
Lees hier onze gehele analyse.