In 1998 is het Europees Referentiekader voor de moderne talen verschenen in opdracht van de Raad van Europa. Dit kader beschrijft een Europese schaal van taalvaardigheid in zes uiteenlopende niveaus voor de beheersing van vaardigheden zoals luisteren, spreken en schrijven.
Er zijn drie niveaus (A, B, C), welke onderverdeeld zijn in de sub niveaus 1 en 2. Taalniveau A1 is hierbij het laagste niveau, C2 het hoogste.